Deze activiteit is voorbij. Bekijk alle nieuwe activiteiten
Wanneer
- van vrijdag 7 september 2018 om 06u00 tot zondag 9 september 2018 om 22u00
Frans-Vlaanderen - STATIONSSTRAAT , 3360 LOVENJOEL
Frans-Vlaanderen is het gedeelte van het historische graafschap Vlaanderen dat in de periode 1659-1713 werd afgestaan aan het koninkrijk Frankrijk, ten gevolge van de oorlogen van koning Lodewijk XIV. Op vele plaatsen is nog bijzonder goed te herkennen dat dit ooit een deel van Vlaanderen was: in de gebouwen, in de familienamen, in de taal, in de leefgewoontes, in het menu in restaurants, enz.
Praktisch:
Ziehier de voornaamste plaatsen die we zullen aandoen tijdens de driedaagse 2018.
Vertrek: aan de kerk van Lovenjoel, vrijdag 7 september 2018 om 6.00 uur.
Terug: We verwachten terug in Lovenjoel te zijn, zondag 9 september omstreeks 22 uur.
Prijs: 325 euro per persoon, alles inbegrepen: de reis, de gidsen, de inkomgelden, de overnachtingen en alle maaltijden en bijhorende dranken, ook zondagavond voor het naar huis komen! Ook de spreekwoordelijke ambiance van Landelijke Gilde Lovenjoel hoort hierbij.
Inschrijven: tot uiterlijk 16 augustus 2018, door overschrijving van de deelnameprijs op rekening BE75 7343 5902 0651 van Landelijke Gilde Lovenjoel, met vermelding: Frans-Vlaanderen.
Reisbegeleiding: ons medelid Jos Dewinter bereidde deze driedaagse reis voor en zal ons ook, zoals vorige jaren, begeleiden.
Ziehier de voornaamste plaatsen die we zullen aandoen tijdens de driedaagse 2018.
Historisch Mijncentrum Lewarde : Tussen 1930 en 1971 haalden een duizendtal mijnwerkers hier dagelijks tot duizend ton steenkool naar boven. Nu is het alleen nog een historisch mijncentrum, het grootste van Frankrijk. Eén van de grootste van Europa. Het schetst de geschiedenis van drie eeuwen activiteit in de mijnen. Het bezoek begint met een vrij bezoek in de voormalige magazijnen met een film en een tijdelijke tentoonstelling. Buiten wordt een levendig beeld geschetst van de wereld van de mijn: de kleedkamers, de douches, helmen en laarzen, de ziekenzaal, de lampisterie, enz. Met een helm op het hoofd brengt een treintje ons naar put 2. Het bezoek eindigt in het mijngebouw met de delfmachine en de stallingen van de mijn.
Douai (Dowaai) : Het oude centrum van de mijnstreek, telt tal van woningen uit de 18e eeuw, maar ook de aristocratische allure die Balzac beschreef. De rustige oevers van de Scarpe nodige uit tot een romantische wandeling, net zoals de geplaveide hellende straatjes in de oude wijken. In de schaduw van het oude belfort met zijn carillon, gebruiken we ons middagmaal.
Louvre-Lens : Het museum is gelegen op de voormalige site van een steenkoolmijn. De mijnwerkershuizen in de omgeving blijven stille getuigen van het leven van de miniers evenals de beschermede gebouwen en terrils (mijnheuvels). Het is trouwens omwille van de teloorgang van het mijnbekken en de andere industrie in deze streek dat de Franse regering besloot, via dit prestigieuze museum, de streek nieuw leven in te blazen.
DE TIJDGALERIJ: Het museum Louvre-Lens biedt een volkomen nieuwe presentatie van de collecties van het grootste museum ter wereld en neemt de bezoeker mee voor een verrassende rondleiding door de kunstgeschiedenis met 205 kunstwerken in de Galerie du Temps, ingedeeld in 3 belangrijke periodes: de Oudheid, de Middeleeuwen en de Moderne tijd. Deze semipermanente expositie vertoont gedurende 5 jaar meesterwerken uit het Louvre in Parijs in een chronologische presentatie. Een tijdbalk neemt de bezoeker mee op reis door 5000 jaar geschiedenis We bezoeken het museum met een audiogids in het Nederlands. Zo kan iedereen op eigen tempo aandacht besteden aan de kunstwerken van eigen keuze. We voorzien ongeveer twee uur tijd. U zal ondervinden dat het voor velen te kort zal zijn in dit bijzonder rijk en boeiend museum, maar er is verder nog veel moois te zien en vermoeide benen zullen een zitje wellicht kunnen waarderen!
In tegenstelling tot andere musea beschikt het Louvre-Lens niet over eigen collecties. In de Tijdgalerij worden gedurende vijf jaar, volgens een chronologische opzet, meesterwerken uit het Louvre tentoongesteld. In een ruimte met een lengte van 120 meter komen alle beschavingen en technieken aan bod: van het ontstaan van het schrift rond 3.500 voor Christus tot halverwege de 19e eeuw. Zo wordt de gehele chronologische en geografische reikwijdte van de collecties van het Louvre omvat.
De Tijdgalerij wordt ingedeeld in drie grote periodes: 70 werken voor de Oudheid, 45 werken voor de Middeleeuwen en 90 werken voor de Moderne Tijd. Met Nederlandstalige audiotoestellen bezoeken we op eigen ritme het museum.
Aire-sur-la-Lys (Ariën aan de Leie) : Het door groen omgeven voormalige vestingstadje, een landbouwmarkt tussen Frans-Vlaanderen en Artois, valt vooral op door zijn twee hoge torens: die van het belfort en die van de kapittelkerk. Deze stad was onder de Spaanse overheersing in de 16de en 17de eeuw zeer welvarend. Als vroegere grensstad kende deze plaats een geschiedenis met belegeringen en veldslagen die terug te vinden zijn in de Spaanse en Franse vestingswerken. Het overal aanwezige water hielp de stad te verdedigen. Het verdedigingssysteem van Vauban uit de 17de eeuw ligt er nog vrijwel onveranderd bij. Nu zijn er in dit vredige dorpje nog fraaie oude Vlaamse gevels te zien en ademt het gezelligheid langs de pleinen en straatjes en het stadspark. We maken van deze vredige rust gebruik om op een terrasje te genieten van “la douce France”.
Saint-Omer (Sint-Omaars) heeft nog steeds iets aristocratisch, met rustige straten, statige herenhuizen met pilasters en de kathedraal, met een van de weelderigste interieurs van Frankrijk. We overnachten in hotel IBIS-Centre ***, gelegen vlak bij de kathedraal, in het hartje van de oude binnenstad in halfpension. Het ontbijtbuffet en de kookkunst van de chef zullen ons verblijf aangenaam maken. We bezoeken de stad zaterdagnamiddag met een gids die ons met het indrukwekkende erfgoed van de stad zal laten kennis maken: het hofje van de kathedraal, de oude stadsmuren in het park, de winkelstraten, de pleinen en stadspaleizen van deze stad die in de Middeleeuwen tot ver over de grenzen bekend was.
Cassel (Kassel) : Dit stadje is één van de charmantste van de streek! De Grand’Place met ongelijke bestrating, smalle, kronkelende straten en lage witgekalkte huizen: het is er allemaal. We bezoeken dit stadje op eigen kracht en wie het wenst kan ook de prachtige tentoonstelling bezoeken van Vlaamse barokkunstenaars. We voorzien daarvoor de nodige vrije tijd. De eventuele inkom is niet in de prijs begrepen.
Natuurlijk voorzien we de tijd voor een terrasje op de heerlijke plek. Leven als God in Frankrijk!
Blockhaus : In maart 1943 gaf het Duitse leger het startschot voor de bouw van de 'Kraftwerk Nordwest', een montage- en lanceerbasis voor V2-raketten in Eperlecques, midden de bossen. In oktober 1943 moest de bunker en de lanceerinstallatie afgewerkt zijn, met de hulp van duizenden Belgische, Nederlandse en Russische dwangarbeiders, maar de Britse RAF (Royal Air Forces) stak daar een stokje voor, nadat ze op luchtfoto's de ongewone bedrijvigheid in de bossen opmerkten. In augustus wordt het gebouw voor de eerste keer bestookt door Britse gevechtsvliegtuigen. De noordelijke kant van de bunker, waar de onderdelen van de V2-raketten via ondergrondse sporen uit Saint-Omer en Calais zouden aangevoerd worden, raakte daarbij zwaar beschadigd. Het bombardement maakte meteen duidelijk dat het bouwsel door zijn kwetsbare ligging niet echt geschikt was om V2-raketten te monteren en te lanceren. Tussen augustus 1943 en augustus 1944 werd de bunker uiteindelijk 25 keer gebombardeerd. Van alle bombardementen zijn nog verschillende sporen te zien, onder meer een krater met een doorsnede van 42 meter en een diepte van 18 meter. Daarom verhuisde de lanceerinstallatie even verderop naar La Coupole in Helfaut, waar overigens ook nooit een V2 de lucht inging. Aan het zuidelijke deel van de bunker, dat zo goed als ongehavend bleef, werd ondertussen verder gewerkt. Bedoeling was er de vloeibare zuurstof, brandstof voor de V2-raketten, te produceren en te vervoeren naar La Coupole en mobiele lanceerinstallaties van de V2's. Op de fundamenten van het zuidelijke gedeelte beslisten de Duitse ingenieurs een vijf meter dikke betonnen plaat met hydraulische liften omhoog te tillen, zodat de bouwwerken onder de beschermende plaat konden doorgaan zonder risico op raketinslagen. In januari 1944 was de bouw van het zuidelijke gedeelte afgerond: in enkele maanden tijd hadden de Duitsers er 20.000 ton beton doorgejaagd voor hun Blockhaus. Ze installeerden er drie compressoren om vloeibare zuurstof te produceren. Maar de werkzaamheden in de bunker waren geen lang leven beschoren: na een nieuw zwaar bombardement op 27 juni 1944 demonteerden de Duitsers alle installaties en vluchtten ze naar Duitsland: ze vreesden dat de compressoren zouden ontploffen door de bombardementen.
Op 4 september 1944 slaagden Canadese troepen erin de controle over het gebouw over te nemen. Sinds 1973 heeft de grootste bunker van Noord-Frankrijk, het bouwwerk is 90 meter lang, 50 meter breed en 33 meter hoog, de deuren geopend voor bezoekers en in 1985 werd het gebouw uitgeroepen tot rijksmonument.
La Coupole : Deze gigantische lanceerbasis voor V2-raketten is een van de indrukwekkendste herinneringen aan de tweede wereldoorlog . Dit bouwwerk kan symbool staan voor de waanzin van de terreur van de nazi’s! Nu is het een oorlogsmuseum. La Coupole is een ondergronds complex. Het werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gebouwd en was bestemd voor de opslag en het lanceerklaar maken van 500 V2-raketten (50 raketten per 24 uur). De plek werd uitgekozen omdat ze langs de spoorlijn Calais - Boulogne-sur-Mer lag. Het nog zichtbare bouwwerk (de koepel met een diameter van 71 m, de onderaardse ruimtes en de muren van de zaal voor het lanceerklaar maken) werd in negen maanden gebouwd. De bouw begon in oktober 1943, onder de codenaam Bauvorhaben 21 en werd door de Organisation Todt, die met de constructie van de grote gebouwen was belast, uitbesteed aan grote Duitse ondernemingen. Dag en nacht werkten gemiddeld 1300 arbeiders, van wie 60% Duitsers en de rest jonge Fransen en Russische krijgsgevangenen. De bewakers waren Belgen uit collaboratiebewegingen. Terwijl werd begonnen met het graven van de gangen dachten de Duitse ingenieurs na over de manier waarop het onderaards complex met een koepel kon worden beschermd. Men vond een oplossing door het Erdschalung-principe toe te passen waarbij de ondergrond, die plaatselijk bestaat uit krijt en klei, zó werd weggehaald dat hij als bekisting en fundament diende voor de vijf meter dikke, uit gewapend beton bestaande koepel. Toen de koepel klaar was, werd het krijt en de klei onder de koepel weggegraven. Voor de bouw van het complex werd 100.000 m³ beton gestort. In de zaal voor het lanceerklaar maken - achthoekig, 41 m breed en 25 m hoog - zouden de raketten horizontaal binnenkomen en dan in twee parallelle gangen met 14 tegelijkertijd verticaal op wagentjes geplaatst, afgesteld en van brandstof worden voorzien. De raketten zouden vervolgens naar buiten worden gereden in de steengroeve, via twee lanceersporen, Gustav en Gretchen genaamd. Toch slaagden de Duitsers er nooit in een V2 vanuit de basis te lanceren. De RAF voerde herhaalde luchtaanvallen uit tijdens de laatste vijf maanden van de bouw van La Coupole. Tijdens de bombardementen waarbij meer dan 3000 ton bommen werden gedropt, kwamen in het dorp Helfaut 21 en in de buurgemeente Wizernes 55 mensen om het leven. Tweemaal werd de Tallboy afgeworpen, een bom van meer dan 5 ton. De bouwwerkzaamheden werden in juli 1944 stopgezet. De koepel en 7 km onderaardse gangen waren inmiddels klaar. In 2005 zijn een aantal tentoonstellingsruimtes en twee bioscoopzalen ingericht. Ze geven een overzicht van de geheime wapens van het Nazirijk, de concentratiekampen, de bevrijding van Noord-Frankrijk, de invasie van 1940, het dagelijks leven tijdens de Tweede Wereldoorlog, het verzet, de mens op de maan enzovoort. Alle informatie wordt aangeboden in vier talen: Frans, Engels, Nederlands en Duits.
Na ons bezoek gebruiken we ons middagmaal in Château Tilques, enkele kilometers buiten Saint-Omer.
Bergues (Sint-Winoksbergen) : Het versterkte stadje Bergues, omringd door wallen en grachten, wordt geaccentueerd door het silhouet van haar belfort. Dit belfort, ingeschreven op de UNESCO werelderfgoedlijst, bezit een beiaard van 50 klokken! Boven op dit gebouw wacht de bezoekers een prachtig uitzicht op het omliggende platteland. Ook te bezichtigen is de oude Saint-Winocabdij, met een vierkante toren, een punttoren en een tuin. Het oude pandjeshuis, een gebouw in bak- en natuursteen dat dateert uit de 17e eeuw, herbergt het gemeentelijk museum van Bergues. Wij bezoeken het gezellige stadje Bergues met het toeristentreintje dat ons moeiteloos op de mooiste plekjes en bij de ruïnes van de voormalige abdij bovenop de heuvel zal brengen.
Gravelines (Grevelingen) : Grevelingen ligt aan de Opaalkust, waar de rivier de Aa in de Noordzee uitmondt. Deze rivier vormde lange tijd de grens tussen Frankrijk en het graafschap Vlaanderen. De stad Grevelingen bestaat uit vier wijken. Centraal ligt het stadsgedeelte binnen de oude vestingen. Dat is het gedeelte dat wij bezoeken en waar we ons avondmaal gebruiken. Grevelingen was tijdens de verovering van Gallië door de Romeinen een woonplaats van de Morinen. Rond 800 werd hier een aan Willibrordus toegewijde kapel gebouwd. In 1040 werd Grevelingen genoemd als Gravenenga, dat verwijst naar grachten. Toch dankt de stad haar ontstaan aan de graaf Diederik van de Elzas, die hier tussen 1159 en 1163 een haven stichtte. Grevelingen behoort tot de reeks van de havensteden die door de Vlaamse graven Diederik van de Elzas en Filips van de Elzas ten bevordering van het economische leven langs de Noordzeekust gesticht werden. Andere steden die tot deze reeks behoren zijn Mardijk, Duinkerke, Nieuwpoort, Damme en Biervliet. De haven van Grevelingen diende lange tijd als voorhaven voor Sint-Omaars via de gekanaliseerde Aa. Een vloot van haringvissers vond er zijn thuisbasis. Zout, wijn en fruit werden langs hier aangevoerd. In 1160 werd de stad voor het eerst versterkt. Filips II van Spanje liet aan weerszijden van de Aa nog versterkingen bouwen op de plaatsen die nu nog Filipsfort heten (Grand-Fort-Philippe en Petit-Fort-Philippe).
Praktisch
Voor wie
Volwassenen (+18j)
Georganiseerd door
Landelijke Gilde Lovenjoel
Prijs
€ 325,00
Reservatie
verplicht
Deze activiteit is voorbij. Bekijk alle nieuwe activiteiten